Waterexperimenten in Het Groene Dak

Toen we in 1989 de plannen voor onze wijk gingen ontwikkelen wilden we álles. Groene daken, veel isolatie, Europees hout, compost-toiletten, natuurverf enzovoort enzovoort. De budgetten waren daar niet groot genoeg voor, we moesten kiezen. Er was al een wijk met grasdaken, de Muntstraat in Haarlem, zulke dure daken vallen dan maar af. Tijdens al dit kiezen besloten we een thema te kiezen dat nog niet erg uitgeprobeerd was: water. En zo kwamen er, met soms subsidies om iets financieel mogelijk te maken, allerlei maatregelen, van experimenteel tot bijna normaal. 

 

 

Gustavsbergtoiletten

Gustavsbergbooster
Gustavsbergbooster

In de meeste huizen kwamen Gustavsbergtoiletten. Die hadden heel weinig water nodig omdat er per vijf huizen in een put een booster zat die voor een hoge stroom-snelheid van het water zorgde. Zodat met minder water dezelfde spoelkracht werd bereikt. Maar er ging nogal eens iets mis. Voor zover ik weet zijn heel wat putten buiten gebruik en hier of daar staat misschien nog een originele toiletpot van Gustavsberg. En daar zijn dan moeilijk onderdelen  voor verkrijgbaar.

 

Composttoiletten

Compactcomposteur
Compactcomposteur

De Gustavsbergtoiletten leken erg op een gangbaar toiletsysteem, maar dat gold niet voor de composttoiletten. Er kwamen er vier, twee heel grote van het Zweedse Clivus Multrum. Die kwamen in de B-clusters en werden elk door vijf kleine huishoudens gezamenlijk gebruikt. Ook kwamen er drie compact-composteurs, eentje in het tuinhuis en twee in een C-cluster. In de grote bakken kwam alles: groenteafval, urine en poep. 

In de kleine werd de pies naar het riool afgevoerd, zodat de smurrie niet te vochtig zou worden. In het tuinhuis was er echter voornamelijk pies, dus daar rolde niet of nauwelijks compost uit. De andere twee composteerden fantastisch, er zwerft nog ergens een jampot met originele compost rond. Maar naast compost produceerden ze ook enorm veel fruitvliegjes en dat leidde er na een paar jaar toe dat ze weg moesten. Er kwamen gewone wc’s.

 

De fruitvliegjesproductie in de grote bakken bij de B’s was ook gigantisch. Duizenden per dag. Meerdere soorten – interessant maar niet overal in huis. Een veel groter probleem was dat de zaak niet composteerde. Een paar mensen hebben erg hun best gedaan om de zaak om te scheppen, nieuwe startcompost erbij te voegen enzovoort. Maar het werd een grote, harde massa.

Clivus Multrum composttoilet
Clivus Multrum composttoilet

Na vijf jaar was het Schluss. Weg ermee. Dat leverde nog mooie verhalen op in de kranten, want de brandweer kwam erbij, de straat werd afgezet, mannen in witte pakken enzovoorts.

 

Grijswaterzuivering

Naast de afvoer van toiletten is er ook ‘grijs water’, het licht vervuilde water dat uit keukens, douches en baden komt. In de B-clusters kwam daar ook een deels gesubsidieerd speciaal systeem voor, dat nog niet of nauwelijks in de woningbouw was uitgeprobeerd: lokale zuivering. In beide clusters wordt alle grijs water in de kelder in een grote bak verzameld, waar het voornamelijk aeroob gezuiverd wordt, wat wil zeggen dat bacteriën en zuurstof samen afval in gas omzetten. Dat gas wordt naar het dak afgevoerd. In de ene cluster ging het zo gezuiverde water voor een volgende zuiveringsstap naar een vloeikas en bij de andere naar een helofytenfilter. Het idee daarachter is dat er nog wel een beetje afval in het water zit en dat planten daar gebruik van kunnen maken. De vloeikas is gewoon een plantenkas waar je tomaten kunt kweken. Er was echter steeds te

veel water, het werd te nat, de tomaatjes legden het loodje.

En het hele systeem na een tijdje ook. Bij de andere cluster is veiligheidshalve het helofytenfilter erg groot uitgevoerd, ga maar kijken op de hoek van Simón Bolívarstraat en Augusto Sandinostraat. Het is een enorme bak met onderin een ondoorlatend vlies, waarin een moerassige vegetatie zou moeten ontstaan. De bak is zo groot dat je van dat moerassige niets merkt.

 

Helofytenfilter op de hoek van Simón Bolívarstraat en Augusto Sandinostraat vlak na oplevering
Helofytenfilter op de hoek van Simón Bolívarstraat en Augusto Sandinostraat vlak na oplevering

Er staan nog steeds wel wat van de ooit geplante rietpluimen in de bak, maar verder is het vrij gewone vegetatie. Er is nooit te veel water, de verdamping houdt gelijke tred met de aanvoer en overstort van de bak is nooit nodig geweest. De eerste zuiveringstrap in de kelder werkt ook na dertig jaar fantastisch, de tweede trap, dus de vegetatie naast het huis, gaat als een tierelier. 

 

De B-clusters waren in de tijd van de composttoiletten niet aan het riool gekoppeld: autonome stadswoningen! Geen zwart water (water met poep) en geen lozing van grijs water. 

 

In de loop van de tijd zijn er wel wat probleempjes geweest. Tweemaal een stroomstoring in de tijd van de composttoiletten – dan trekt langzaam een afgrijselijke lucht het huis in, lucht die gewoonlijk continu naar het dak werd afgevoerd. Die afzuiging maakt dat een compostplee normaliter totaal niet riekt! Bij het grijswatersysteem was er een paar maal een kapotte pomp waardoor de kelder onderliep. 

 

Regenwateropvang

Dan is er nog een waterstroom: regenwater. Het hemelwater van het grootste deel van Het Groene Dak wordt naar het binnenterrein afgevoerd en komt via een ringleiding in de vijver terecht. Het idee erachter is dat je dan bij veel regen een hoge waterstand in de vijver krijgt, en bij droogte een lage. Zo wordt lokaal het hemelwater vastgehouden en is er alleen overstort naar het riool als er echt te veel water is. Als dat overal zou gebeuren, zou het riool kleiner bemeten kunnen worden. (Tuinen betegelen heeft het omgekeerde effect: groter riool nodig.) De vijver werkt over het algemeen goed. De overstortbuis is een paar keer verstopt geweest. En de bodem van de vijver is niet van kunststof maar van ondoorlatende klei. Klei is echter erg voedzaam, dus de planten groeien soms wat té welig.

 

In de clusters gaat het hemelwater niet naar de vijver maar naar kelders in de B-clusters. Daar kun je het voor van alles gebruiken, het spoelen van de was bijvoorbeeld, maar dat hebben we maar kort gedaan, het was niet fris genoeg vond men. Sindsdien wordt het gebruikt om de toiletten van de B’s en C’s door te spoelen. Gemiddeld is er zo’n tachtig procent van de tijd hemelwater voor de toiletten beschikbaar.

Deze systemen werken prima, maar er is wel onderhoud nodig. Bladafval uit de goten kan het systeem doen verstoppen bijvoorbeeld. Je bespaart met zekerheid veel water, maar voor het onderhoud en dingen vervangen is weer meer energie nodig. En waar je vooraf niet bij stil staat: onze kleine pomp verbruikt per liter meer stroom dan de grote pompen van de waterleiding. Dat is weer iets meer energie.

 

We hebben veel ervaring opgedaan, positieve en negatieve. De experimentele dingen in de B-clusters zijn ook uitgebreid wetenschappelijk onderzocht, zo hebben anderen ook iets aan onze waterzucht!

 

Weia Reinboud   

Watervoorzieningen in de B-clusters
Watervoorzieningen in de B-clusters